Harry Houdini werd geboren op 24 maart 1874 in Boedapest, Hongarije (toen onderdeel van het Oostenrijks-Hongaarse rijk). Op vierjarige leeftijd verhuisde zijn familie naar Appleton, Wisconsin, waar zijn vader als rabbijn werkte. Houdini begon op jonge leeftijd met het uitvoeren van kleine goocheltrucs en maakte zijn podiumdebuut op 11-jarige leeftijd.
In 1894 trouwde Houdini met Beatrice Rahner, die zijn levenslange assistent en medewerker werd. Samen traden ze op in vaudeville en toerden ze de wereld rond met zijn ontsnappingsacts. Houdini's kenmerkende ontsnappingen waren onder meer het ondersteboven hangen en vastketenen in een dwangbuis, het ontsnappen uit verzegelde melkbussen en met water gevulde tanks, en het lopen door massieve bakstenen muren.
Houdini was ook een meester in misleiding en bedrog, en hij gebruikte zijn vaardigheden om illusies te creëren die het publiek verbaasden en de uitleg tartten. Vaak voerde hij prestaties uit die fysiek onmogelijk leken, maar hij zorgde er altijd voor dat er een rationele verklaring voor zijn trucs was.
Naast zijn toneeloptredens speelde Houdini ook in verschillende stomme films, waaronder "The Master Mystery" (1917) en "Terror Island" (1920). Hij schreef ook verschillende boeken over magie en het blootleggen van de geheimen van frauduleuze spiritualisten en mediums.
Harry Houdini stierf op 31 oktober 1926, op 52-jarige leeftijd, aan complicaties van een gescheurde appendix. Hij wordt beschouwd als een van de grootste goochelaars en ontsnappingsartiesten aller tijden, en zijn nalatenschap blijft het publiek over de hele wereld inspireren en vermaken.