Hoewel de sonnetten de schone jeugd niet expliciet noemen, suggereren sommige theorieën en interpretaties potentiële kandidaten:
1. Henry Wriothesley, 3de Graaf van Southampton:Veel geleerden zijn van mening dat Southampton de meest waarschijnlijke kandidaat is voor de eerlijke jeugd. Southampton was een beschermheer en vriend van Shakespeare en het is bekend dat hij in verband werd gebracht met de literaire kring van die tijd.
2. William Herbert, 3de Graaf van Pembroke:Pembroke is een andere voorgestelde kandidaat voor de eerlijke jeugd. Hij was ook een beschermheer van Shakespeare en stond bekend om zijn interesse in de kunsten.
3. Koningin Elizabeth I:Sommige geleerden suggereren dat de schone jeugd een poëtische weergave zou kunnen zijn van koningin Elizabeth I. Deze interpretatie is gebaseerd op de metaforische en geïdealiseerde taal die in de sonnetten wordt gebruikt en die kan worden gezien als een toespraak voor een koninklijke figuur.
4. Fictieve of geïdealiseerde figuur:Het is ook mogelijk dat de schone jeugd een fictief of geïdealiseerd figuur is, gecreëerd door Shakespeare om universele thema's van schoonheid, liefde en sterfelijkheid te vertegenwoordigen in plaats van een specifiek individu.
Uiteindelijk blijft de identiteit van de schone jeugd onzeker, en het is aan elke lezer om de sonnetten te interpreteren en zijn eigen conclusies te trekken over wie deze persoon zou kunnen zijn.