Brieven: Kinderen schreven regelmatig brieven aan hun ouders, broers en zussen en andere familieleden. Deze brieven bevatten vaak updates over hun leven, gevoelens en ervaringen in hun nieuwe omgeving.
Ansichtkaarten: Kinderen stuurden ook ansichtkaarten als een snelle en gemakkelijke manier om nieuws met hun familie te delen. Ansichtkaarten waren goedkoper en sneller te schrijven in vergelijking met brieven.
Telefoongesprekken: Geëvacueerde kinderen belden soms naar hun familie als er een telefoon beschikbaar was in het gasthuishouden of in de buurt. Het aantal telefoontjes was echter beperkt vanwege de beperkingen en verstoringen als gevolg van de oorlog.
Bezoeken: In sommige gevallen konden gezinnen hun geëvacueerde kinderen bezoeken tijdens vakanties of speciale gelegenheden. Dergelijke bezoeken waren echter vaak zeldzaam vanwege reisbeperkingen en de uitdagingen van transport in oorlogstijd.
Evacuee-nieuwsbrieven: Sommige evacuatiegebieden publiceerden nieuwsbrieven of bulletins met nieuws en informatie over de geëvacueerde kinderen, hun activiteiten en hun leven in de gastgemeenschappen.
Zorgcommissies: In sommige gebieden werden zorgcomités opgericht om de geëvacueerde kinderen en hun families te ondersteunen. Deze comités faciliteerden vaak de communicatie tussen kinderen en hun families, en boden hulp bij het regelen van bezoeken of het onderhouden van contact.
Organisaties en initiatieven: Er zijn verschillende organisaties en initiatieven opgezet om geëvacueerde kinderen te helpen verbonden te blijven met hun families en gemeenschappen. Een opmerkelijk voorbeeld was de Children's Overseas Reception Board (CORB), die ervoor zorgde dat kinderen uit Groot-Brittannië werden geëvacueerd naar overzeese locaties, zoals Canada en Australië, en steun verleende voor hun welzijn en contact met hun families.