Schoolgebouwen met één kamer waren gebruikelijk, vooral op het platteland. Deze scholen werden vaak verwarmd door een houtkachel en verlicht door kaarsen of olielampen. De leraar zat aan een bureau aan de voorkant van het lokaal en de leerlingen zaten aan bureaus of banken die in rijen waren opgesteld.
De schooldag begon doorgaans met een gebed, gevolgd door het reciteren van de belofte van trouw. De leerlingen zouden dan de rest van de dag besteden aan het leren van hun lessen. Meestal gaf de leraar een lezing over het onderwerp, en daarna oefenden de leerlingen wat ze hadden geleerd.
Op deze scholen heerste vaak veel discipline. De leraar gebruikte verschillende methoden om de orde te handhaven, zoals lijfstraffen en het gebruik van een domkop.
Ondanks de uitdagingen gingen veel leerlingen met plezier naar school. Het was een plek waar ze nieuwe dingen konden leren en met hun vrienden konden socialiseren.
In het begin van de 19e eeuw begon de gemeenschappelijke schoolbeweging zich over de Verenigde Staten te verspreiden. Deze beweging riep op tot de oprichting van gratis openbare scholen voor alle kinderen. Als gevolg van deze beweging werden er steeds meer scholen gebouwd en begon de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.
Tegen het einde van de 19e eeuw was het Amerikaanse schoolsysteem veel meer gestandaardiseerd. Scholen kregen nu een cijfer en het leerplan was strenger. De gebruikte lesmethoden waren ook geavanceerder en het gebruik van lijfstraffen was afgenomen.
Het Amerikaanse schoolsysteem is door de jaren heen blijven evolueren, maar het is nog steeds een fundamenteel onderdeel van de Amerikaanse samenleving. Scholen blijven een cruciale rol spelen bij het onderwijzen van de kinderen van het land en het voorbereiden van hen op de toekomst.