* Voor het geval hij een hole-in-one krijgt.
2. Waarom heeft de vogelverschrikker een prijs gewonnen?
* Omdat hij uitmuntend was in zijn vakgebied.
3. Waarom zag het wiskundeboek er zo verdrietig uit?
* Omdat het vol problemen zat.
4. Waarom werd de tomaat rood?
* Omdat het de saladedressing zag.
5. Wat zei de nul tegen de acht?
* Mooie riem!
6. Waarom at de leerling zijn huiswerk op?
* Omdat de leraar hem vertelde dat het een fluitje van een cent was.
7. Waarom ging de foto naar de gevangenis?
*Omdat het ingelijst was.
8. Hoe noem je iemand die bang is voor de Kerstman?
* Claus-trofobisch.