1. Waarom was het wiskundeboek verdrietig? Omdat er te veel problemen waren.
2. Wat zei de ene muur tegen de andere muur? Ontmoet je op de hoek.
3. Waarom heeft de vogelverschrikker een prijs gewonnen? Omdat hij uitmuntend was in zijn vakgebied.
4. Hoe maak je wijwater? Je kookt er helemaal van.
5. Naar wat voor muziek luisteren mummies? Wikkel muziek.
6. Waarom was de fiets zo trots? Omdat het twee-moe was.
7. Waarom droeg de golfer twee broeken? Voor het geval hij een gat in één krijgt.
8. Wat zei de ene lift tegen de andere lift? Ik zie je bovenaan.
9. Waarom droeg de leraar een zonnebril? Omdat haar studenten zo slim waren.
10. Hoe noem je een boemerang die niet terugkomt? Een stok.
11. Wat krijg je als je een sneeuwpop kruist met een vampier? Bevriezing.
12. Waarom bloosde de tomaat? Omdat het de saladedressing zag.
13. Hoe noem je een beer zonder tanden? Een gummibeer.
14. Waarom at de leerling zijn huiswerk op? Omdat de leraar hem vertelde dat het een fluitje van een cent was.
15. Waarom ging de foto naar de gevangenis? Omdat het ingelijst was.