* "Ligt het aan mij of voelt het gisteren alsof het duizend jaar geleden was?"
* “Ik heb niet voor de toets geleerd, maar ik heb wel het hele alfabet achterstevoren uit mijn hoofd geleerd. Dat zou toch ergens voor moeten gelden, toch?”
* "Ik begin te denken dat de enige manier waarop ik dit materiaal ooit zal begrijpen, is als een tijdreiziger terugkomt en het mij leert."