1. Jabberwock:Een angstaanjagend wezen met scherpe tanden, klauwen en ogen die branden als vuur.
2. Borogoves:vreemde wezens die in hetzelfde land leven als de Jabberwock. Ze maken geluiden alsof ze door een pijp borrelen.
3. Mimsy:Een uiting van genegenheid of bewondering, vergelijkbaar met 'lieflijk' of 'lief'.
4. Frabjous:Een combinatie van 'fantastisch' en 'vrolijk', wat iets buitengewoon verrukkelijks overbrengt.
5. Ulgrothes:grote en langzame wezens met een onduidelijk doel of belang in de wereld van het gedicht.
6. Manxome:Een mix van 'mannelijk' en 'buxom', die iemand beschrijft die sterk, hartelijk of robuust is.
7. Snicker-Snack:Een levendige onomatopee die het geluid suggereert van een snelle en beslissende actie, met name een scherpe snee of steek.
8. Tulgey Wood:Een mysterieus bos waar ongewone en vreemde dingen gebeuren.
Deze woorden creëren een gevoel van eigenzinnigheid, onzin en surrealisme, wat bijdraagt aan het speelse en fantastische karakter van het gedicht.