1. Malvolio's goedgelovigheid: Malvolio wordt afgeschilderd als een pompeuze en zelfingenomen rentmeester van Olivia's huishouden. Wanneer Sir Andrew Aguecheek en Sir Toby Belch een grap met hem uithalen, valt hij voor hun vervalste brief, in de overtuiging dat Olivia verliefd op hem is. Het publiek vindt humor in zijn goedgelovigheid en zijn gretigheid om te geloven in de genegenheid die er niet is.
2. Malvolio's misplaatste arrogantie: Gedurende het stuk toont Malvolio een gevoel van superioriteit ten opzichte van anderen, vooral Sir Toby en Sir Andrew. Hij geeft ze vaak lezingen over hun gedrag en morele tekortkomingen. Zijn moraliserende toespraken, gecombineerd met zijn onwetendheid over de truc die hem wordt uitgehaald, maken hem echter tot een onderwerp van spot en gelach.
3. Fysieke humor: Shakespeare gebruikt fysieke komedie om Malvolio tot een lachertje te maken. Wanneer de grap wordt onthuld, krijgt hij gele kousen en een dwaze glimlach te zien, waardoor zijn waardige persoonlijkheid verandert in een hansworstachtige figuur. Zijn transformatie wordt een bron van vermaak voor het publiek.
4. Sociale ironie: Malvolio's sociale positie als rentmeester maakt zijn ondergang op humoristische wijze ironisch. Normaal gesproken wordt van stewards verwacht dat ze de orde en het decorum handhaven, maar Malvolio's goedgelovigheid en dwaze gedrag ondermijnen deze verwachting, waardoor hij een komisch personage wordt.
5. Publiekperspectief: Het publiek is zich bewust van de grap en het bedrog waaraan Malvolio wordt blootgesteld. Deze gedeelde kennis creëert een gevoel van medeplichtigheid tussen het publiek en de andere personages, waardoor het komische effect van Malvolio's acties verder wordt versterkt.
Over het geheel genomen werken Malvolio's goedgelovigheid, misplaatste arrogantie, fysieke humor, sociale ironie en het perspectief van het publiek samen om van hem een grappig personage te maken dat tijdens het stuk gelach en amusement oproept.