Roddelen:Het verspreiden van geruchten of negatieve informatie over iemand kan drama veroorzaken en conflicten veroorzaken.
Provoceren en aanzetten:Opzettelijk dingen zeggen of doen om een reactie of ruzie uit te lokken, kan escaleren tot drama.
Passief-agressief gedrag:Indirect communiceren via hints, indirect commentaar of het achterhouden van informatie kan misverstanden en spanningen veroorzaken.
Het bagatelliseren van problemen:Het negeren of ondermijnen van iemands gevoelens en ervaringen kan tot frustratie en conflicten leiden.
Het slachtoffer spelen:Door jezelf voortdurend als slachtoffer te presenteren en anderen de schuld te geven, kan een cyclus van drama ontstaan.
Jaloezie en afgunst:Zichzelf vergelijken met anderen en gevoelens van jaloezie koesteren kan drama en conflicten aanwakkeren.
Anderen manipuleren:Het gebruik van emotionele manipulatie, schuldgevoelens of druk om de acties van anderen te controleren kan tot wrok en drama leiden.
Sociale media:Onlineplatforms kunnen drama versterken door mensen ruimte te bieden om negatieve emoties te uiten en deel te nemen aan publieke geschillen.
Overreageren en aannames maken:emotioneel reageren en overhaaste conclusies trekken zonder rekening te houden met alle feiten kan onnodig drama veroorzaken.
Meedoen aan tit-for-tat-gedrag:Het voortzetten van een negatieve cyclus van vergelding kan het drama escaleren in plaats van het op te lossen.