1. Ouderlijk overlijden :Abigail verloor haar beide ouders op jonge leeftijd. Haar vader stierf toen ze nog heel jong was, en haar moeder stierf toen ze een tiener was. Door dit verlies bleef ze wees en kwetsbaar.
2. Armoede en afhankelijkheid :Abigails weesstaat leidde tot een leven vol armoede en afhankelijkheid. Ze woonde in het huishouden van dominee Parris, de plaatselijke predikant, en was voor haar overleving afhankelijk van zijn liefdadigheidsinstelling.
3. Emotionele en psychologische nood :Abigails verlies en onzekere leefsituatie zorgden ervoor dat ze emotioneel en psychologisch van streek was. Ze toonde intense emoties, zoals woede, wrok en verlangen naar controle, die een belangrijke rol speelden in de gebeurtenissen die zich tijdens de heksenprocessen in Salem afspeelden.
4. Ontmoetingen met het bovennatuurlijke :Abigail beweerde ontmoetingen te hebben gehad met het bovennatuurlijke, inclusief visioenen en dromen. Deze ervaringen, of ze nu echt of verzonnen waren, stonden centraal in de hysterie rond beschuldigingen van hekserij in Salem.
5. Krachtdynamiek :Abigails positie als wees en haar beperkte sociale status zorgden ervoor dat anderen haar konden manipuleren. Ze raakte betrokken bij het web van beschuldigingen en bedrog, dat uiteindelijk bijdroeg aan de tragische gebeurtenissen van de heksenprocessen in Salem.