1. Blootstelling en confrontatie:
- Othello confronteert Iago en legt zijn verraad bloot in het bijzijn van de andere personages.
- Iago's ware aard en manipulaties worden onthuld, waardoor de omvang van zijn slechtheid wordt onthuld.
2. Verlies van status en reputatie:
- Iago's reputatie wordt verwoest als zijn bedrieglijke daden aan het licht komen.
- Hij verliest zijn positie, respect en vertrouwen binnen de Venetiaanse samenleving.
3. Gevangenisstraf:
- Iago wordt gearresteerd en in hechtenis genomen door de Venetiaanse autoriteiten.
- Hij riskeert een gevangenisstraf voor zijn misdaden en het lijden dat hij heeft veroorzaakt.
4. Afwijzing en isolatie:
- Iago wordt afgewezen en in de steek gelaten door iedereen die hem ooit vertrouwde en respecteerde.
- Hij raakt geïsoleerd en verstoten door de gemeenschap.
5. Weigering om zich te bekeren:
- Zelfs ondanks zijn ondergang blijft Iago uitdagend en onbeschaamd.
- Hij weigert enig berouw te tonen of verantwoordelijkheid te nemen voor zijn daden.
6. Potentiële uitvoering:
- Het stuk eindigt met een onopgelost lot van Iago, terwijl Othello hem achterlaat om door de autoriteiten te worden afgehandeld.
- Er wordt gesuggereerd dat Iago geëxecuteerd kan worden voor zijn misdaden, maar de exacte straf wordt niet expliciet vermeld.
Over het algemeen wordt het einde van Iago gekenmerkt door zijn ontmaskering en ondergang, verlies van status en respect, gevangenschap, isolatie en weigering om zich te bekeren. Hij betaalt uiteindelijk de prijs voor zijn schurkenstreken en wordt een waarschuwend verhaal over de gevolgen van bedrog, manipulatie en jaloezie.