Intern conflict: Proctor worstelt gedurende het hele stuk met zichzelf over zijn acties en keuzes. Hij heeft bekend dat hij overspel heeft gepleegd met Abigail Williams, maar hij is zich er ook van bewust dat zijn bekentenis ernstige gevolgen voor hem en zijn gezin kan hebben. Hij ervaart een gevoel van schuld en schaamte en worstelt met zijn morele integriteit.
Extern conflict: Proctor wordt geconfronteerd met externe conflicten van het hof van Salem en de machtige krachten die de heksenprocessen aandrijven. Abigail Williams en haar groep aanklagers blijven onschuldige mensen beschuldigen van hekserij, en Proctor weet dat het spreken van de waarheid en het verdedigen van de beschuldigden zijn positie in gevaar zou kunnen brengen. eigen leven in gevaar. hij zit gevangen tussen zijn verlangen naar gerechtigheid en de veiligheid van zichzelf en zijn dierbaren.
Sociaal conflict: Proctor staat op gespannen voet met de heersende overtuigingen en angsten van de gemeenschap. De puriteinse samenleving van Salem staat zeer wantrouwend tegenover alles wat afwijkt van hun religieuze normen. Proctors betrokkenheid bij overspel en zijn verzet tegen het gezag van de rechtbank maken hem tot een buitenstaander en een bedreiging voor de gevestigde orde.
De conflicten waarmee John Proctor aan het einde van het tweede bedrijf wordt geconfronteerd, vormen het decor voor het intense drama dat zich ontvouwt in de daaropvolgende bedrijven van het stuk. Hij moet moeilijke keuzes en beslissingen nemen die uiteindelijk het lot van hemzelf, zijn familie en de gemeenschap van Salem zullen bepalen.