1. Schok en ongeloof:
Linda wordt overmand door ongeloof als ze hoort dat haar man zulke drastische maatregelen heeft genomen om een einde aan zijn leven te maken. Door de abruptheid van zijn acties voelt ze zich verwoest en heeft ze moeite om de ernst van de situatie te begrijpen.
2. Schuld en spijt:
Terwijl Linda nadenkt over hun huwelijk, worstelt ze met schuldgevoelens en spijt. Ze begint zich af te vragen of ze tekenen van Willy's nood over het hoofd heeft gezien of dat ze meer had kunnen doen om hem te steunen in zijn mentale en emotionele problemen.
3. Woede en wrok:
Naast schuldgevoelens ervaart Linda ook een gevoel van woede jegens Willy omdat ze haar en hun zoons alleen heeft gelaten met de gevolgen van zijn daden. Door de mengeling van emoties voelt ze zich in conflict en boos.
4. Diep verdriet en verdriet:
Uiteindelijk wordt Linda verteerd door een diep gevoel van verdriet en verdriet. Het verlies van haar man, die ze bij veel uitdagingen en tegenslagen heeft bijgestaan, dompelt haar in een afgrond van wanhoop en hartzeer.
5. Emotioneel isolement en eenzaamheid:
Na de dood van Willy voelt Linda zich diep geïsoleerd en eenzaam. Nu haar man er niet meer is, verliest ze haar belangrijkste emotionele anker en metgezel, waardoor er een diepe leegte in haar leven achterblijft.
In Arthur Millers toneelstuk 'Death of a Salesman' dient de weergave van Linda's reactie op Willy's zelfmoord als een krachtig bewijs van de impact van geestelijke gezondheidsproblemen op individuen en hun dierbaren.