Willy Loman, de hoofdpersoon van het stuk, bezit verschillende eigenschappen die bijdragen aan zijn tragische karakter:
Overmoed: Willy's buitensporige trots en overweldigend vertrouwen in zijn eigen kunnen leiden uiteindelijk tot zijn ondergang. Hij gelooft dat hij door pure vastberadenheid groot succes kan behalen, zonder rekening te houden met de veranderende wereld om hem heen.
Hamartia: Willy's fatale fout ligt in zijn onvermogen om de realiteit te accepteren en zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. Hij houdt koppig vast aan zijn achterhaalde idealen en weigert te erkennen dat zijn droom van succes onbereikbaar is.
Anagnosis: Willy ervaart een moment van zelfrealisatie wanneer hij eindelijk de waarheid over zijn leven begrijpt. Deze onthulling komt echter te laat en hij kan niet ontsnappen aan de tragische gevolgen van zijn daden.
Peripeteia: Het keerpunt van het stuk doet zich voor wanneer Willy wordt ontslagen. Deze gebeurtenis veroorzaakt een reeks tegenslagen die uiteindelijk tot zijn tragische ondergang leiden.
Catharsis: Het publiek ervaart een gevoel van medelijden en angst voor Willy, wat volgens Aristoteles noodzakelijke elementen waren voor een tragische catharsis. Willy's ondergang dient als een waarschuwend verhaal en waarschuwt tegen de gevaren van hoogmoed en zelfbedrog.
Daarnaast onderzoekt het stuk de thema's ambitie, materialisme en het nastreven van de Amerikaanse Droom, die allemaal bijdragen aan de tragische aard van Willy's verhaal.
Concluderend is Death of a Salesman een voorbeeld van de reis van de tragische held, waarbij de karakterfouten, keuzes en uiteindelijke ondergang van Willy Loman een diepe emotionele reactie bij het publiek oproepen en hen met een gevoel van tragedie achterlaten.