Dit heilige heiligdom, de zachte boete is dit:
Mijn lippen, twee blozende pelgrims, staan klaar
Om die ruwe aanraking glad te strijken met een tedere kus."
"Goede pelgrim, je doet je hand te veel verkeerd,
Welke welgemanierde toewijding hierin blijkt;
Want heiligen hebben handen die de handen van pelgrims aanraken,
En palm tot palm is de kus van heilige palmers."
"Hebben geen heiligenlippen en ook geen heilige palmers?"
'Ja, pelgrim, lippen die ze moeten gebruiken in het gebed.'
"O, lieve heilige, laat de lippen doen wat de handen doen;
Zij bidden, geef het toe, opdat het geloof niet in wanhoop verandert."
'Heiligen bewegen zich niet, ook al geven ze hun gebeden ter wille van het gebed.'
‘Beweeg dan niet, terwijl ik het effect van mijn gebed merk.
Zo wordt van mijn lippen, door de jouwe, mijn zonde gereinigd."
'Heb dan mijn lippen de zonde die zij op zich hebben genomen.'
"Zonde van uw lippen? O zoet aangespoorde overtreding!
Geef mij mijn zonde opnieuw."
"Je kust volgens het boekje."