- bedrog en vermomming :Hamlet voelt zich verraden als hij hoort dat Ophelia, van wie hij veel hield en vertrouwde, zich heeft laten gebruiken als pion in het complot van Claudius en Polonius om hem te bespioneren. Hij kan het gevoel hebben dat ze niet oprecht of eerlijk tegen hem is.
- Dood van vader :Hamlet wordt verteerd door verdriet en woede over de plotselinge dood van zijn vader, koning Hamlet, en misschien reageert hij een deel van zijn frustraties op Ophelia.
- Desillusie in liefde :Het wereldbeeld van Hamlet is cynisch en pessimistisch geworden na de dood van zijn vader en de onthulling van de ontrouw van zijn moeder. Dit kan ertoe hebben geleid dat hij de echtheid van Ophelia's liefde voor hem in twijfel trok, waardoor hij woedend uithaalde.
- Waanzin :De veronderstelde waanzin van Hamlet zou ook een factor kunnen zijn die bijdraagt aan zijn gedrag. Hij kan woede gebruiken als een manier om zijn innerlijke onrust te uiten en zichzelf emotioneel te beschermen.
- Verlangen naar wraak :Hamlet's primaire focus in het stuk is het wreken van de dood van zijn vader door Claudius te vermoorden. Deze intense preoccupatie met wraak kan zijn gevoelens voor Ophelia overschaduwen, waardoor hij ongevoelig of zelfs wreed tegen haar overkomt.
Ophelia's eigen kwetsbare mentale toestand en de inmenging van haar vader in hun relatie compliceren de situatie nog verder, waardoor het voor Hamlet moeilijk wordt om zijn ware gevoelens voor haar te uiten.