In de 19e eeuw bleef muziektheater evolueren en uitbreiden, met de opkomst van populaire vormen zoals operette, vaudeville en music hall. Deze genres omvatten komische en satirische uitvoeringen waarin muziek en dans waren verwerkt.
Tijdens het begin van de 20e eeuw nam muziektheater een meer verfijnde wending met de opkomst van 'boekmusicals', waarin een grotere nadruk werd gelegd op het vertellen van verhalen en karakterontwikkeling. Programma's als "Show Boat" (1927), "Oklahoma!" (1943) en "My Fair Lady" (1956) worden beschouwd als mijlpalen in de ontwikkeling van muziektheater.
De gouden eeuw van het muziektheater wordt algemeen beschouwd als de periode van de jaren veertig tot de jaren zestig, waarin Broadway-musicals nieuwe hoogten van populariteit en lovende kritieken bereikten. Tijdens deze periode werden iconische musicals zoals "West Side Story" (1957), "The Sound of Music" (1965) en "Cabaret" (1966) geproduceerd.
In de daaropvolgende decennia bleef het muziektheater evolueren en zich aanpassen, waarbij elementen uit andere genres werden opgenomen, waaronder rock, pop en elektronische muziek. Shows als "A Chorus Line" (1975), "Dreamgirls" (1981) en "Hamilton" (2015) vertegenwoordigen enkele van de innovatieve en baanbrekende musicals die in recentere tijden zijn geproduceerd.
Tegenwoordig blijft muziektheater een vitale en steeds veranderende kunstvorm, met elk jaar nieuwe shows en producties over de hele wereld.