Toegenomen schuldgevoelens en paranoia:
- Macbeth raakt steeds meer verteerd door schuldgevoelens na het plegen van de moorden op Duncan en Banquo. Hij ervaart hallucinaties, zoals het zien van Banquo's geest tijdens het banket, wat zijn groeiende mentale onrust symboliseert.
- Zijn paranoia wordt groter naarmate hij geobsedeerd raakt door het veiligstellen van zijn macht en het elimineren van potentiële bedreigingen, waardoor hij opdracht geeft tot de dood van Macduffs familie.
Verlies van emotionele controle:
- In tegenstelling tot zijn eerdere sluwheid en kalmte vertoont Macbeth momenten van emotionele instabiliteit. Hij haalt woedend uit naar zijn vrouw, Lady Macbeth, en geeft uiting aan zijn frustratie en onvermogen om aan het gewicht van zijn daden te ontsnappen.
- Zijn emotionele kwetsbaarheid wordt duidelijk wanneer hij tijdens het banket instort, waardoor zijn verslechterende mentale toestand zichtbaar wordt.
Wanhoop en tirannie:
- Act 3 markeert een verschuiving naar steeds tirannieker gedrag van Macbeth. Hij wordt meedogenloos en wanhopig in zijn streven naar macht en neemt zijn toevlucht tot extreme maatregelen om zijn positie te behouden.
- Zijn regering wordt gekenmerkt door angst en onderdrukking, wat leidt tot wijdverbreide onvrede onder zijn onderdanen.
Veranderende relatie met Lady Macbeth:
- Het voorheen verenigde partnerschap tussen Macbeth en Lady Macbeth begint onder druk te komen onder het gewicht van hun misdaden.
- Lady Macbeth vertoont tekenen van ontrafeling vanwege haar schuldgevoel, dat Macbeth van de hand wijst in plaats van steun te bieden. Hun dynamiek verandert naarmate Macbeth afstand neemt van haar emotionele onrust.
Deze veranderingen laten Macbeths transformatie zien van een ambitieus maar conflicterend individu naar een moreel gecompromitteerde tiran die door zijn daden wordt achtervolgd.