Het feit dat Lady Macbeth in de eerste plaats aan het slaapwandelen is, is veelbetekenend, omdat het suggereert dat ze niet de volledige controle heeft over haar eigen lichaam en geest. Ze uit haar gedachten en gevoelens in haar slaap, maar ze is niet in staat deze te beheersen of te onderdrukken. Dit blijkt uit de manier waarop ze tijdens de scène spreekt en handelt, omdat ze onsamenhangend en onsamenhangend is. Ze lijkt zich ook niet bewust te zijn van haar omgeving en de mensen om haar heen, wat er verder op wijst dat ze niet volledig aanwezig is of de controle heeft.
De inhoud van Lady Macbeths toespraak tijdens de slaapwandelscène suggereert ook dat ze lijdt aan schuldgevoelens en wroeging. Ze vermeldt herhaaldelijk de moord op Duncan, en het lijkt erop dat ze het bloed van haar handen probeert weg te wassen. Ze vertelt ook over bang zijn in het donker, en ze lijkt achtervolgd te worden door het beeld van Duncans geest. Deze geven allemaal aan dat Lady Macbeth geen vrede met zichzelf heeft en dat ze worstelt met de schuld van haar daden.
Concluderend suggereren de acties van Lady Macbeth in de slaapwandelscène dat ze zich in een staat van extreme mentale angst en schuldgevoelens bevindt. Ze heeft duidelijk last van haar rol in de moord op koning Duncan, en haar slaapwandelen is een manifestatie van haar onderbewustzijn dat probeert het trauma van haar daden te verwerken en te verwerken.