1. "De prins van de duisternis is een heer".
- Deze regel rijmt op "Modo he's call, and Mahu" in de vorige regel.
- Het rijm benadrukt het contrast tussen de nobele titel van de duivel, "prins van de duisternis", en zijn ware kwaadaardige aard.
2. "Bloedbad in de slaap."
- Deze regel rijmt op "Waak Duncan wakker met uw kloppen!" in de vorige regel.
- Het rijm benadrukt de urgentie en de mogelijke gevolgen van het aankloppen bij Duncan in zijn slaap.
3. "Je bent zo ver voordat / die snelste vleugel van vergelding langzaam is / om je in te halen."
- Deze drie regels rijmen allemaal op elkaar, waardoor een gevoel van samenhang en eenheid ontstaat.
- Het rijm benadrukt de enorme afstand tussen de acties van Macbeth en elke mogelijke vergelding of gerechtigheid.
4. "Zal de hele oceaan van Neptunus dit bloed wassen / Schoonmaken uit mijn hand? Nee; dit zal mijn hand liever / De talrijke zeeën incarnadine, / De groene rood maken."
- Deze vier regels vertonen ingewikkelde rijmpatronen, waarbij 'bloed', 'hand', 'incarnadine' en 'rood' allemaal rijmen.
- Het rijm onderstreept de wanhoop van Macbeth en het geloof dat zijn handen permanent besmet zijn door het bloed van Duncan, zonder enige mogelijkheid van reiniging.
5. "Ik dacht dat ik sommigen van allen had binnengelaten die belijden / Aldus mijn weg bepaalden / Maar ik heb het, waar is hij. Luister naar mij, jullie dienaren van genade, verdedig ons!"
- Deze drie regels rijmen op elkaar, waardoor er een duidelijke verdeeldheid en verschuiving in de gedachten van de spreker ontstaat.
- De eerste regels suggereren een plan om iemand anders de verantwoordelijkheid te laten nemen.
- Het rijm 'weg' en 'bidden', gevolgd door 'genade', benadrukt echter een plotselinge wending naar het zoeken naar goddelijke bescherming en leiding.
Door in deze gevallen gebruik te maken van rijm vestigt Shakespeare de aandacht op de belangrijkste ideeën en emoties in de scène, waardoor een blijvende impact ontstaat op het begrip van de personages en hun dilemma's door het publiek.