* Wonderspelen:dit waren religieuze drama's die in kerken of op buitenpodia werden opgevoerd. Ze vertelden verhalen uit de Bijbel of uit de levens van heiligen.
* Moraliteitsspelen:dit waren allegorische drama's die morele lessen leerden. Ze bevatten vaak personages als Goed en Kwaad, Ondeugd en Deugd en Dood.
* Farces:dit waren luchtige komedies die vaak berustten op slapstickhumor en schunnige grappen.
* Intermezzo's:dit waren korte, komische sketches die werden uitgevoerd tussen de acts van langere toneelstukken.
Muziek:
* Vocale muziek:dit omvatte zang door solisten, koren en ensembles.
* Instrumentale muziek:Dit omvatte het spelen op een verscheidenheid aan instrumenten, zoals de luit, gamba, blokfluit en trompet.
* Dansen:Dansen was een populaire vorm van amusement op alle niveaus van de samenleving. Er waren veel verschillende soorten dansen, van eenvoudige volksdansen tot uitgebreide hofdansen.
Andere vormen van entertainment:
* Storytelling:Professionele verhalenvertellers reisden van stad naar stad en vermaakten het publiek met verhalen over avontuur, romantiek en mysterie.
* Jongleren en acrobatiek:dit waren populaire vormen van straatentertainment.
* Dierenshows:mensen betaalden om dieren zoals leeuwen, tijgers, beren en apen te zien.
* Gokken:Gokken was een veelgebruikt tijdverdrijf in tavernes en andere openbare plaatsen.
* Festivals en beurzen:deze werden het hele jaar door gehouden en boden een verscheidenheid aan amusement, zoals muziek, dans, toneelstukken en spelletjes.