Act 1:
Het verhaal begint in Venetië in de 18e eeuw. Casanova wordt geïntroduceerd als een charmante en charismatische man die geniet van de geneugten van het leven, vooral van liefde en avontuur. Hij is heimelijk verliefd op een getrouwde vrouw genaamd Barbara, maar hun relatie is ingewikkeld.
Act 2:
Casanova reist naar Parijs, waar hij Henriette, een mooie courtisane, ontmoet en verliefd wordt. Hun romance is echter van korte duur omdat Casanova vanwege een schandaal moet vluchten. Vervolgens begint hij aan een reeks reizen door Europa, waarbij hij onderweg verschillende vrouwen en romantische verwikkelingen tegenkomt.
Act 3:
Casanova keert uiteindelijk terug naar Venetië, waar hij herenigd wordt met Barbara. Tegen die tijd is ze niet langer getrouwd en kunnen ze hun liefde vrijelijk nastreven. De operette eindigt met een vreugdevolle viering van hun hervonden geluk en Casanova's reputatie als legendarische minnaar wordt versterkt.
Door de hele operette heen weerspiegelt Strauss' muziek de opwinding, intriges en komische elementen van Casanova's leven. Het verhaal is gevuld met levendige dansen, energieke refreinen en prachtige melodieën die de geest van het Venetiaanse carnaval en de romantische avonturen van Casanova weerspiegelen.