Tijdens zijn verblijf raakt de verteller in gesprek met Ethan, die samenwoont met zijn strenge en ziekelijke vrouw Zeena en haar moeder. Na verloop van tijd raakt de verteller geïntrigeerd door het leven van Ethan en de omstandigheden die hem naar zijn huidige situatie hebben geleid. Naarmate de twee mannen met elkaar omgaan en meer tijd samen doorbrengen, ontwikkelen ze een gevoel van kameraadschap en wederzijds begrip, waardoor de verteller inzicht krijgt in Ethans innerlijke worstelingen en de tragische omstandigheden die zijn leven hebben gevormd.