Deze vraag rijst gedurende het hele stuk terwijl Hamlet worstelt met:
* De aard van de dood en het hiernamaals: Hij overweegt zelfmoord, stelt de betekenis van het leven in twijfel en worstelt met het idee van wat er na de dood gebeurt.
* De betrouwbaarheid van uiterlijk en perceptie: Hamlet wordt geplaagd door twijfels over de authenticiteit van wat hij ziet en hoort, met name met betrekking tot de geest van zijn vader en de motieven van de mensen om hem heen.
* De rol van lot en vrije wil: Hij worstelt met het idee of hij controle heeft over zijn eigen bestemming of dat hij gewoon een pion is in een groter, vooraf bepaald spel.
* De kracht van taal en bedrog: Hamlet is zich bewust van de manieren waarop taal kan worden gebruikt om te manipuleren en te bedriegen, waardoor het moeilijk is om de waarheid van valsheid te onderscheiden.
Dit centrale thema van het in twijfel trekken van realiteit en waarheid leidt tot veel van de iconische elementen van het stuk, zoals:
* Hamlet's beroemde Soliloquies: Hij overweegt de betekenis van het leven, de aard van de dood en de uitdagingen van het begrijpen van de wereld om hem heen.
* Het play-in-a-play: Dit dient als een middel voor Hamlet om de waarheidsgetrouwheid van de schuld van de koning te testen en de kracht van prestaties en illusie te verkennen.
* de dubbelzinnigheid en openheid van het stuk: Het einde laat veel vragen onbeantwoord, waardoor het publiek wordt gedwongen te worstelen met de dubbelzinnigheid van de realiteit en de uitdagingen van het definiëren van de waarheid.
Door deze centrale vraag te onderzoeken, kunnen we de interne worstelingen van Hamlet, het dramatische conflict van het stuk en de blijvende relevantie van zijn thema's beter begrijpen.