Gevlochten kanalen worden vaak aangetroffen in gebieden met grofkorrelige sedimenten, zoals grind en kasseien. Dit komt omdat grofkorrelige sedimenten beter bestand zijn tegen erosie en bestand zijn tegen de hoogenergetische stromingsomstandigheden die kenmerkend zijn voor gevlochten rivieren. Gevlochten kanalen worden ook vaak aangetroffen in gebieden met een hoge sedimentaanvoer, zoals in de buurt van bergketens of gletsjers. Dit komt omdat deze gebieden een continue bron van sediment vormen dat door de rivier kan worden getransporteerd en in het kanaal kan worden afgezet, waardoor sedimentbars worden gevormd en de rivier wordt gevlochten.
Voorbeelden van rivieren met gevlochten kanalen zijn de Brahmaputra-rivier in India en Bangladesh, de Yukon-rivier in Alaska en de Waimakariri-rivier in Nieuw-Zeeland. Deze rivieren worden allemaal gekenmerkt door een hoge sedimentbelasting, steile hellingen en grofkorrelige sedimenten, die hebben geleid tot de vorming van gevlochten kanalen.