* Machines zijn doorgaans stationair, terwijl robots mobiel zijn. Machines staan meestal op één plek vast en kunnen niet zelfstandig bewegen. Robots daarentegen zijn ontworpen om mobiel te zijn en zelfstandig te kunnen bewegen.
* Machines worden doorgaans gebruikt voor eenvoudige taken, terwijl robots kunnen worden gebruikt voor complexere taken. Machines worden vaak gebruikt voor repetitieve taken die weinig of geen menselijke tussenkomst vereisen. Robots kunnen daarentegen worden gebruikt voor complexere taken die een grotere mate van autonomie vereisen.
* Machines zijn doorgaans niet zo intelligent als robots. Machines zijn doorgaans geprogrammeerd om een specifieke taak uit te voeren en kunnen niet zelfstandig leren of zich aanpassen. Robots zijn daarentegen vaak uitgerust met kunstmatige intelligentie (AI) en kunnen leren en zich aanpassen aan nieuwe situaties.
Over het algemeen worden machines gebruikt voor eenvoudige, repetitieve taken, terwijl robots worden gebruikt voor complexere taken die een grotere mate van autonomie en intelligentie vereisen.