Door de hele roman heen verwijst Holden naar cruciale gebeurtenissen in het leven van David Copperfield. Hij merkt bijvoorbeeld op hoe Davids tante hem tot predikant probeerde te maken, terwijl Holdens moeder hem voortdurend dwong zich in te schrijven op nieuwe scholen en hoger onderwijs te volgen. Deze associatie onthult Holdens wrok jegens maatschappelijke druk en verwachtingen, die vaak zijn ware verlangens overschaduwen.
Bovendien suggereert Holdens fixatie op David Copperfield dat hij zijn toevlucht zoekt in de literatuur en troost vindt in de verhalen van herkenbare personages. Door David Copperfield in herinnering te brengen, plaatst Holden zichzelf in een literaire traditie van vervreemding, verlies en de zoektocht naar identiteit. Deze toespeling benadrukt ook Holdens verlangen om contact te maken met iemand die zijn innerlijke onrust en worstelingen begrijpt.