Kostuums:
- Acteurs droegen uitgebreide kostuums die varieerden afhankelijk van het personage en de setting van het stuk.
- Kostuums weerspiegelden vaak de sociale status en het beroep van de personages. Koningen droegen bijvoorbeeld paarse gewaden en kronen, terwijl slaven eenvoudige tunieken droegen.
- Maskers waren een integraal onderdeel van het Griekse theater. Acteurs droegen expressieve maskers die verschillende emoties en karakters uitbeeldden. Deze maskers waren vaak gemaakt van hout, leer of linnen.
- Maskers lieten acteurs ook toe om meerdere rollen in hetzelfde stuk te spelen.
Rekwisieten:
- Er werden rekwisieten gebruikt om een gevoel van realisme te creëren en het vertellen van verhalen te verbeteren.
- Veel voorkomende rekwisieten waren onder meer zwaarden, schilden, fakkels, meubels en muziekinstrumenten.
- Voor sommige toneelstukken waren gespecialiseerde rekwisieten nodig, zoals strijdwagens of schepen, die vaak op het podium werden gebouwd met behulp van innovatieve theatrale technieken.
Landschap:
- Het landschap in het Griekse theater was relatief eenvoudig vergeleken met moderne normen.
- Het podium was typisch een openluchtlocatie met een verhoogd platform dat bekend staat als de 'skene'.
- Beschilderde panelen genaamd "periaktoi" werden gebruikt om verschillende locaties of instellingen weer te geven. Deze panelen kunnen tijdens het spel worden gedraaid of veranderd om een dynamische visuele ervaring te creëren.
- In sommige theaters werd een 'mechaniek', een kraanachtig apparaat, gebruikt om acteurs op het podium te laten zakken, wat een gevoel van ontzag en verwondering creëerde.
Over het algemeen hielp het gebruik van kostuums, rekwisieten en decors in Griekse toneelstukken de verhalen tot leven te brengen en het publiek onder te dompelen in de dramatische wereld van het oude Griekenland.