- Jurken waren gemaakt van rijke stoffen zoals zijde, fluweel en brokaat.
- Ze waren vaak versierd met kant, borduurwerk en juwelen.
- Vrouwen droegen korsetten om zichzelf een smalle taille en een puntige boezem te geven.
- Ze droegen ook farthingales, dit waren hoepelrokken die hun jurken deden uitpuilen.
- Vrouwen droegen hun haar in verschillende stijlen, waaronder losse krullen, vlechten en opsteekkapsels.
- Ze droegen vaak hoeden of hoofdtooien versierd met veren, juwelen en bloemen.
Mannen
- Herenkleding werd ook gemaakt van rijke stoffen zoals zijde, fluweel en brokaat.
- Ze droegen doubletten, dit waren getailleerde jasjes die tot aan de taille reikten.
- Ze droegen ook slangen, een nauwsluitende broek.
- Mannen droegen mantels of capes om warm te blijven.
- Ze hadden kort haar en hadden vaak baarden.
Kinderen
- Kinderkleding leek op kleding voor volwassenen, maar was vaak van goedkopere materialen gemaakt.
- Jongens droegen tunieken, dit waren lange shirts die tot aan de knieën reikten.
- Meisjes droegen jurken die leken op vrouwenjurken, maar vaak korter en minder uitgebreid.
Elizabethaanse kostuums waren vaak erg kleurrijk en uitgebreid, en weerspiegelden de rijkdom en status van de drager.