1.Lijnen van Banquo :
Wanneer Banquo de heksen ontmoet, spreken ze hem individueel aan en geven profetische groeten. Eén van de heksen zegt:
‘Gij zult koningen krijgen, ook al bent u er geen.
Dus allemaal gegroet, Macbeth en Banquo!"
Deze regel voorspelt dat Banquo koningen zal verwekken, ook al zal hij er zelf geen zijn. Deze profetie plant de zaden van ambitie in Banquo's hart, terwijl hij zich begint af te vragen over de potentiële macht en grootsheid die zijn nakomelingen te wachten staan.
2.Eerdere verklaring van Macbeth :
In de voorgaande scène drukt Macbeth, na de eerste ontmoeting met de heksen, zijn eigen verlangen naar macht uit. Als hij de profetieën van de heksen hoort, roept hij uit:
"Sterren, verberg je vuur!
Laat het licht mijn zwarte en diepe verlangens niet zien."
In deze verklaring onthult Macbeth zijn duistere ambitie en wenst dat de sterren zijn sinistere complotten verbergen. Deze zin benadrukt de bereidheid van Macbeth om alles te doen wat nodig is om zijn doelen te bereiken, zelfs als daar geweld bij betrokken is of zijn waarden worden verraden.
Herinneren en voorafschaduwen :
Door Macbeths eerdere verklaring in herinnering te brengen, bieden Banquo's regels over toekomstige koningen een diepere context en een voorafschaduwing van Macbeths afdaling in de duisternis en de vervulling van de profetieën van de heksen. Banquo's woorden suggereren dat de zaden van ambitie die in zowel Macbeth als Banquo zijn geplant uiteindelijk tot conflicten en tragedies zullen leiden.