Hoe maakte Shakespeare zijn rekwisieten?

Toneelstukken van Shakespeare werden doorgaans opgevoerd op een stuwpodium, dat zich uitstrekte tot in het publiek. Dit betekende dat de acteurs dicht bij het publiek stonden en rechtstreeks met hen konden communiceren. Er werd spaarzaam gebruik gemaakt van rekwisieten, omdat de nadruk lag op de acteurs en hun uitvoeringen.

Enkele van de rekwisieten die in de toneelstukken van Shakespeare werden gebruikt, waren onder meer:

* Zwaarden en dolken

* Speren en schilden

* Fakkels en lantaarns

* Kaarsen en kandelaars

*Tafels en stoelen

* Bedden en matrassen

* Kisten en koffers

* Kostuums en maskers

Deze rekwisieten werden vaak gebruikt om een ​​gevoel van plaats en sfeer te creëren. Een zwaard of dolk kan bijvoorbeeld worden gebruikt om geweld of gevaar uit te beelden, terwijl een fakkel of lantaarn kan worden gebruikt om een ​​gevoel van mysterie of spanning te creëren.

Er werden ook rekwisieten gebruikt om de acteurs te helpen het verhaal te vertellen. Een personage kan bijvoorbeeld een letter of een boekrol gebruiken om een ​​bericht over te brengen, of een vermomming gebruiken om zijn ware identiteit te verbergen.

Over het algemeen waren de rekwisieten die in de toneelstukken van Shakespeare werden gebruikt eenvoudig en functioneel. Ze werden gebruikt om de uitvoeringen van de acteurs te ondersteunen en om een ​​gevoel van plaats en sfeer te creëren.