1. Bovennatuurlijke overtuigingen: Bijgeloof en geloof in hekserij waren wijdverbreid tijdens het Elizabethaanse tijdperk. Veel mensen geloofden in de kracht van heksen en hun vermogen om spreuken uit te spreken, gebeurtenissen te beïnvloeden en menselijke aangelegenheden te manipuleren. Als gevolg hiervan zou het publiek waarschijnlijk ontvankelijk zijn geweest voor de bovennatuurlijke elementen in het stuk en de heksen als geloofwaardige en angstaanjagende figuren beschouwen.
2. Angst en achterdocht: Gedurende die tijd waren er intense heksenjachten en vervolgingen in Europa, inclusief Engeland. De afbeelding van heksen in "Macbeth" zou weerklank hebben gevonden bij de bestaande angsten en vooroordelen van het publiek over hekserij. De afschildering van de heksen als moreel dubbelzinnig, in staat tot zowel goed als kwaad, had het gevoel van onbehagen en bezorgdheid bij het publiek kunnen vergroten.
3. Morele en religieuze context: Het stuk weerspiegelt de heersende morele en religieuze overtuigingen van die tijd, die sterk werden beïnvloed door het christendom en de protestantse Reformatie. Het tarten van de autoriteit door de heksen, hun associatie met boze geesten en hun manipulatie van Macbeths ambities zouden als moreel verwerpelijk zijn gezien en als een bedreiging voor de gevestigde sociale en religieuze orde. De reactie van het publiek op de heksen zou gevormd zijn door deze morele en religieuze overtuigingen.
4. Dramatische presentatie: Het uiterlijk en het gedrag van de heksen op het podium zouden ook de reactie van het publiek hebben beïnvloed. Shakespeares taalgebruik, beeldtaal en regieaanwijzingen creëren een krachtige en verontrustende sfeer. De bezweringen van de heksen, hun groteske fysieke verschijning en hun interacties met Macbeth zouden hebben bijgedragen aan het gevoel van horror en het bovennatuurlijke in het stuk.
Het is belangrijk op te merken dat hoewel het publiek waarschijnlijk gefascineerd zou zijn door de aanwezigheid van de heksen, hun reacties sterk konden variëren, afhankelijk van hun individuele overtuigingen, angsten en vooroordelen. Sommigen hebben de heksen misschien als puur kwaadaardig en bedreigend gezien, terwijl anderen ze misschien hebben gezien als symbolen van verleiding, morele corruptie of zelfs maatschappelijke onrust.