1. Toeren: Vóór de komst van film en televisie werkten acteurs vooral in het theater. Dit betekende dat ze veel moesten reizen en vaak maanden of zelfs jaren op tournee moesten zijn. Ze traden op in verschillende steden en dorpen, vaak in geïmproviseerde theaters of openbare ruimtes.
2. Repertoirebedrijven: Veel acteurs maakten deel uit van repertoiregezelschappen, waar ze verschillende rollen speelden in een wisselend repertoire van toneelstukken. Hierdoor konden ze een breed scala aan vaardigheden en ervaring ontwikkelen.
3. Beperkte mogelijkheden: Vroeger waren er minder mogelijkheden voor acteurs om te werken dan nu. De film- en televisie-industrie waren niet zo ontwikkeld en er was minder vraag naar acteurs.
4. Sociale status: Acteurs werden vaak niet geacht een hoge sociale status te hebben. Ze werden eerder gezien als entertainers dan als artiesten, en hun beroep werd niet altijd gerespecteerd.
5. Persoonlijke offers: Acteurs moesten vaak persoonlijke offers brengen om hun carrière voort te zetten. Het kan zijn dat ze weg moeten reizen van hun familie, lange uren moeten werken en te maken krijgen met een onregelmatig inkomen.
6. Veelzijdigheid: Acteurs moesten veelzijdig zijn en verschillende rollen kunnen vervullen, omdat ze misschien niet de luxe hadden om specifieke rollen te kiezen op basis van hun voorkeuren.
7. Stage en training: Veel acteurs begonnen hun carrière door in de leer te gaan bij ervaren acteurs of theatergezelschappen. Dit leverde hen waardevolle training en mentorschap op.
8. Samenwerking: Acteurs werkten nauw samen met andere acteurs, regisseurs en theatergezelschappen om voorstellingen te maken. Samenwerking was essentieel voor het succes van een productie.
9. Financiële instabiliteit: Acteurs werden vaak geconfronteerd met financiële instabiliteit vanwege de onvoorspelbare aard van hun werk. Het inkomen kan sterk variëren, afhankelijk van het succes van producties en de beschikbaarheid van werk.
Ondanks de uitdagingen is acteren voor veel mensen altijd een passie geweest. De levensstijl van acteurs in het verleden vereiste toewijding, aanpassingsvermogen en liefde voor het vak.