Een van de belangrijkste verschillen tussen Hollywood uit de jaren twintig en nu is het studiosysteem. In de jaren twintig werd de filmindustrie gedomineerd door een handvol grote studio's, zoals Paramount Pictures, Warner Bros. en MGM. Deze studio's hadden volledige controle over de productie, distributie en tentoonstelling van films. Ze hadden hun eigen acteurs, regisseurs en schrijvers onder contract, en zij dicteerden welke films er werden gemaakt en hoe ze werden gemaakt.
Tegenwoordig is het studiosysteem veel minder gecentraliseerd. Er zijn nog steeds een paar grote studio's, maar die hebben niet langer hetzelfde niveau van controle over de industrie. Onafhankelijke filmmakers hebben nu meer mogelijkheden om films te maken en kunnen hun films distribueren via verschillende kanalen, zoals streamingdiensten en video-on-demand.
2. Filmtechnologie
Een ander groot verschil tussen Hollywood uit de jaren twintig en nu is de technologie voor het maken van films. In de jaren twintig werden films opgenomen op 35 mm-film. Dit was een zeer kostbaar en tijdrovend proces. Het duurde weken om één film op te nemen, en het kon honderdduizenden dollars kosten.
Tegenwoordig worden films digitaal opgenomen. Dit is een veel sneller en goedkoper proces. Het duurt slechts een paar weken om een film op te nemen, en het kan een fractie kosten van de kosten van een 35 mm-film.
De digitale revolutie heeft het voor filmmakers ook mogelijk gemaakt om uitgebreidere en realistischere speciale effecten te creëren. In de jaren twintig bleven speciale effecten beperkt tot simpele trucs, zoals matte schilderijen en miniaturen. Tegenwoordig kunnen filmmakers computergegenereerde beelden (CGI) gebruiken om vrijwel elk denkbaar visueel effect te creëren.
3. Filmgenres
In de jaren twintig kwamen verschillende populaire filmgenres op, zoals de gangsterfilm, de western en de romantische komedie. Deze genres waren populair bij het publiek omdat ze een ontsnapping boden aan de harde realiteit van de Grote Depressie.
Tegenwoordig is er een veel grotere verscheidenheid aan filmgenres beschikbaar. Dit is gedeeltelijk te danken aan de opkomst van onafhankelijke filmmakers, die niet onderhevig zijn aan dezelfde commerciële druk als grote studio's. Onafhankelijke filmmakers hebben meer vrijheid om met verschillende genres te experimenteren en verhalen te vertellen die niet noodzakelijkerwijs mainstream zijn.
4. Vertegenwoordiging van minderheden en vrouwen
In de jaren twintig waren minderheden en vrouwen vaak ondervertegenwoordigd in Hollywood-films. Dit was te wijten aan racisme en seksisme. Minderheden werden vaak in stereotiepe rollen geportretteerd en vrouwen werden vaak geobjectiveerd.
Tegenwoordig is er veel meer vertegenwoordiging van minderheden en vrouwen in Hollywood-films. Dit is deels te danken aan de inspanningen van burgerrechtenactivisten en feministen. Er is echter nog ruimte voor verbetering. Minderheden en vrouwen zijn nog steeds niet zo goed vertegenwoordigd als ze zouden kunnen zijn, en ze worden vaak nog steeds in stereotiepe rollen geportretteerd.
5. Publiek
Het publiek voor Hollywood-films is sinds de jaren twintig dramatisch veranderd. In de jaren twintig bestond de overgrote meerderheid van de bioscoopbezoekers uit Amerikanen uit de middenklasse. Tegenwoordig is het publiek voor Hollywood-films veel diverser. Het omvat mensen van alle leeftijden, rassen en sociaal-economische achtergronden.
Deze verandering in het publiek heeft een aanzienlijke impact gehad op de manier waarop Hollywood-films worden gemaakt. In de jaren twintig werden films gemaakt om een groot publiek aan te spreken. Tegenwoordig worden films gemaakt om een breed publiek aan te spreken. Dit heeft geleid tot een grotere verscheidenheid aan films die worden geproduceerd.