1. Shakespeare-drama:
een. Mannen uit de hogere klasse: Droeg uitgebreide kostuums bestaande uit een doublet (een getailleerd jasje met mouwen), een mantel, een slang (nauwsluitende legging) en een codpiece (een decoratief kledingstuk dat het kruis bedekt).
b. Mannen uit de lagere klasse: Droeg eenvoudigere kleding zoals tunieken, jerkins (korte jasjes) en rijbroeken.
2. Elizabethaanse komedies en romances:
een. Verliefde mannen: Droegen vaak fantasierijke kleding zoals felgekleurde wambuis, hoeden met pluimen en sierlijke accessoires om hun romantische karakter te weerspiegelen.
b. Bedienden en clowns: Droeg verstelde, haveloze kleding om hun komische rollen uit te beelden.
3. Elizabethaanse geschiedenis speelt:
een. Royalty en edelen: Droeg historisch nauwkeurige kostuums, geïnspireerd op de periode die in het stuk wordt afgebeeld. Deze omvatten gewaden, kronen en andere koninklijke accessoires.
b. Soldaten: Droeg harnassen en droeg zwaarden, speren of andere wapens die bij het tijdperk pasten.
4. Elizabethaanse moraal speelt:
een. Allegorische figuren: Droeg symbolische kostuums om deugden en ondeugden te vertegenwoordigen. Het personage dat de deugd vertegenwoordigt, kan bijvoorbeeld een wit gewaad en engelenvleugels dragen, terwijl het personage dat de ondeugd vertegenwoordigt een zwart gewaad en een duivelse staart kan dragen.
Over het algemeen werd de herenkostuums in het Elizabethaanse theater gekenmerkt door levendige kleuren, uitgebreide ontwerpen en aandacht voor historische details, die de uiteenlopende reeks personages en verhalen weerspiegelden die in die periode op het podium werden geportretteerd.