Groundlings waren doorgaans de armste leden van de samenleving, inclusief bedelaars, prostituees en leerlingen. Zij betaalden de laagste toegangsprijs, meestal een cent of twee. Dit was in tegenstelling tot de duurdere prijzen die werden aangerekend voor zitplaatsen in de galerijen of boxen, die konden variëren van twee tot zes pence.
Ondanks hun lage sociale status waren grondbewoners een essentieel onderdeel van het Elizabethaanse theater. Ze waren vaak erg luidruchtig en vielen de acteurs lastig of moedigden ze aan. Ze konden ook zeer ontwrichtend zijn, en rellen waren niet ongewoon. Groundlings vormden echter ook een zeer loyaal publiek en keerden vaak avond na avond terug naar hetzelfde theater.
De grondbewoners waren een diverse groep mensen, en hun reacties op toneelstukken konden heel verschillend zijn. Sommigen zouden tot tranen toe geroerd zijn door een tragedie, terwijl anderen luidruchtig zouden lachen om een komedie. Ze waren echter allemaal verenigd door hun liefde voor theater, en ze hielpen een levendige en opwindende sfeer te creëren in de Elizabethaanse schouwburgen.