1. Hogere klasse:
- Heren:
- Aristocraten en rijke individuen droegen sierlijke pakken bestaande uit knielange jassen, vesten en rijbroeken.
- Jassen waren vaak rijkelijk versierd met gouden of zilveren borduursels, kant en linten.
- Pruiken werden een integraal onderdeel van de herenmode tijdens de barok, waarbij verschillende uitgebreide stijlen populair waren.
- Kniehoge laarzen of schoenen met gespen werden vaak gedragen.
- Vrouwen:
- Damesjurken hadden overdreven silhouetten met een lage taille en een wijde, uitlopende rok, vaak ondersteund door een farthingale.
- Jurken waren vaak gemaakt van luxe stoffen zoals zijde, satijn of brokaat, versierd met ingewikkeld kant, borduurwerk en strikken.
- Laag uitgesneden lijfjes met met kant afgezette halslijnen waren populair.
- Uitgebreide kapsels met krullen en krullen waren gebruikelijk, soms vergezeld van pruiken of haarstukjes.
2. Middenklasse:
- Heren:
- Heren en kooplieden droegen soortgelijke kleding als de hogere klasse, maar met minder uitgebreide versieringen.
- Pakken bestonden uit jassen, vesten en rijbroeken gemaakt van wol of andere, minder luxueuze stoffen.
- Er werden eenvoudiger pruiken of gepoederd natuurlijk haar gedragen.
- Vrouwen:
- Jurken voor vrouwen uit de middenklasse volgden dezelfde stijl als de hogere klasse, maar waren gemaakt van goedkopere stoffen en met bescheidener versieringen.
- Wol, katoen en linnen waren veelgebruikte materialen.
- Accessoires zoals schorten en hoofddoeken werden gedragen voor dagelijkse taken en bruikbaarheid.
3. Lagere klasse:
- Heren:
- Mannen uit de arbeidersklasse droegen loszittende overhemden en broeken gemaakt van stevige stoffen zoals linnen, wol of leer.
- Er zijn vesten of eenvoudige jassen toegevoegd voor warmte bij kouder weer.
- Hoeden, vaak gemaakt van vilt of leer, werden vaak gedragen.
- Vrouwen:
- Vrouwen uit de lagere sociale klassen droegen eenvoudige, praktische jurken van wol, linnen of katoen.
- Jurken hadden vaak effen silhouetten met lange mouwen en bescheiden halslijnen.
- Schorten werden vaak gedragen om hun kleding te beschermen tijdens het uitvoeren van huishoudelijke taken.
- Om het haar te bedekken werden hoofddoeken of mutsen gedragen.
Over het algemeen werd het baroktijdperk gekenmerkt door weelde en extravagantie, weerspiegeld in de uitgebreide mode van de hogere klassen. Sociale status en rijkdom kwamen prominent tot uiting in kledingkeuzes, met duidelijke verschillen tussen de sociale lagen.