* Vrouwen droegen rechte, schedeachtige jurken van linnen.
* Jurken waren enkellang en hadden vaak brede schouderbanden.
* De rijkdom van de familie van een vrouw werd vaak aangegeven door de kwaliteit en de hoeveelheid sieraden die ze droeg.
Het oude Griekenland (3000 v.Chr. - 323 v.Chr.)
* Vrouwen droegen lange, vloeiende tunieken, peplos genaamd.
* Peplos waren meestal gemaakt van wol en hadden vaak een riem om de taille.
* Vrouwen droegen ook een mantel, een Himation genaamd, die over de peplos kon worden gedrapeerd voor warmte of bescheidenheid.
Het oude Rome (753 v.Chr. - 476 n.Chr.)
* Romeinse vrouwen droegen een tuniek die leek op de Griekse peplos, maar deze was doorgaans korter en had kortere mouwen.
* De tuniek werd vaak gedragen met een stola, een lang, loszittend kledingstuk dat tot aan de enkels reikte.
* Romeinse vrouwen droegen ook een mantel, een zogenaamde palla, die over de stola kon worden gedrapeerd voor warmte of bescheidenheid.
Middeleeuwen (5e eeuw - 15e eeuw)
* In Europa droegen vrouwen lange, vloeiende jurken, kirtles genaamd.
* Kirtles waren vaak gemaakt van wol of linnen en werden meestal om de taille vastgemaakt.
* Vrouwen droegen ook een mantel, een zogenaamde mantel, die over de kirtle kon worden gedrapeerd voor warmte of bescheidenheid.
Renaissance (14e eeuw - 17e eeuw)
* Vrouwen droegen jurken met een lage halslijn en volle rokken.
* De japonnen waren vaak gemaakt van zijde of brokaat en afgezet met bont, kant en juwelen.
* Vrouwen droegen ook een hoofdtooi, een kap genaamd, die het haar en de nek bedekte.
18e eeuw
* Vrouwen droegen jurken met aansluitende lijfjes en volle rokken.
* De jurken waren vaak gemaakt van zijde of katoen en afgezet met kant, ruches en strikken.
* Vrouwen droegen ook een korset om hun taille een slank silhouet te geven.
19e eeuw
* Vrouwen droegen jurken met strakke lijfjes en hoepelrokken.
* De jurken waren vaak gemaakt van zijde of satijn en afgezet met kant, ruches en linten.
* Vrouwen droegen ook een bustle om de ronding van hun heupen te overdrijven.
20e eeuw
* Damesmode veranderde dramatisch in de 20e eeuw.
* Aan het begin van de 20e eeuw droegen vrouwen lange, vloeiende jurken met hoge halslijnen.
* In de jaren twintig werden damesjurken korter en onthullender.
* In de jaren dertig en veertig waren damesjurken meer op maat gemaakt en conservatiever.
* In de jaren vijftig en zestig werden damesjurken kleurrijker en casualer.
* In de jaren zeventig begonnen vrouwen broekpakken en andere androgyne kleding te dragen.
* In de jaren tachtig werd de damesmode gevarieerder en eclectischer.
* In de jaren negentig werd de damesmode minimalistischer en casualer.
* In de jaren 2000 bleef de damesmode zich ontwikkelen, waarbij elk jaar nieuwe trends opdoken.
21e eeuw
* Damesmode in de 21e eeuw wordt gekenmerkt door diversiteit en eclecticisme.
* Vrouwen kunnen dragen waar ze zich prettig bij voelen, ongeacht hun leeftijd, maat of vorm.
* Enkele populaire trends in de damesmode in de 21e eeuw zijn onder meer athleisure, denim en vintage-geïnspireerde kleding.