Getuige zijn van de drie heksen:
* Macbeth :Beschouwt de profetieën van de heksen als een kans voor persoonlijke vooruitgang.
* Banquo :Benaderde de heksen met voorzichtigheid en scepsis.
Hoorzitting over de moord op Duncan :
* Macbeth :Ervaart schuldgevoelens, spijt en paranoia.
* Banquo :spreekt zijn bezorgdheid en twijfels uit over de betrokkenheid van Macbeth.
Meer informatie over de ontsnapping van Fleance:
* Macbeth :Voelt zich bedreigd en beveelt de dood van Fleance.
* Banquo :Onthoudt zich van het nemen van extreme maatregelen die een moreel verschil suggereren.
Geconfronteerd met de geest van Banquo :
* Macbeth :Raakt zichtbaar gestoord en hallucineert, waardoor hij zijn kalmte verliest.
* Banquo :Blijft onaangetast en onaangetast door de bovennatuurlijke visie.
Macduff confronteren :
* Macbeth :Aanvankelijk afwijzend, maar uiteindelijk voelt het een gevoel van onheil.
* Banquo :Niet aanwezig in deze scène, maar zijn morele aanwezigheid blijft hangen als contrast met Macbeth.
Algemeen :
De reacties van Macbeth worden gekenmerkt door emotionele onrust, schuldgevoel, paranoia en een meedogenloos streven naar macht.
Banquo daarentegen toont gedurende het hele stuk een gevoel van voorzichtigheid, scepticisme en morele integriteit, wat in schril contrast staat met de ondergang van Macbeth.