De decors in een toneelstuk zijn de fysieke structuren en objecten die de omgeving creëren waarin de actie plaatsvindt. Ze kunnen alles omvatten, van eenvoudig meubilair en rekwisieten tot uitgebreide decors en speciale effecten. De sets kunnen worden gebruikt om verschillende locaties weer te geven, zoals een huis, een bos of een stadsstraat. Ze kunnen ook worden gebruikt om een specifieke sfeer of stemming te creëren, zoals een gevoel van mysterie of gevaar.
Kostuums
De kostuums in een toneelstuk zijn de kleding en accessoires die de acteurs dragen. Ze kunnen worden gebruikt om verschillende karakters te creëren, zoals een koning, een koningin of een boer. Ze kunnen ook worden gebruikt om de tijdsperiode aan te geven waarin het stuk zich afspeelt.
Acteurs
De acteurs zijn de mensen die optreden in een toneelstuk. Ze brengen de personages tot leven en vertellen het verhaal. Acteurs moeten over verschillende vaardigheden beschikken, waaronder acteren, zingen en dansen. Ook moeten zij goed met anderen kunnen samenwerken en leiding kunnen nemen aan de regisseur.
Publiek
Het publiek is de groep mensen die naar een toneelstuk kijkt. Zij zijn degenen die het verhaal beleven en reageren op de personages en gebeurtenissen. Het publiek kan een belangrijke rol spelen in een toneelstuk, omdat hun reacties de prestaties van de acteurs kunnen beïnvloeden.