Monteverdi's bijdragen aan de muziek waren aanzienlijk. Hij wordt gecrediteerd voor de ontwikkeling van het operagenre met zijn werken als "Orfeo" (1607) en "L'incoronazione di Poppea" (1642). Deze opera's toonden zijn beheersing van dramatische expressie, lyrische melodieën en rijke orkestrale texturen. Monteverdi maakte ook belangrijke innovaties op het gebied van harmonie, door dissonanten en chromatiek te introduceren om verhoogde emotionele effecten in zijn muziek te creëren. Zijn vocale schrijven viel op door het expressieve gebruik van recitatief en aria, waardoor zangers een breed scala aan emoties en karakters konden overbrengen.
Monteverdi's invloed op volgende generaties componisten was diepgaand. Zijn innovaties en technieken maakten de weg vrij voor de verdere ontwikkeling van opera- en barokmuziek. Hij had een blijvende impact op componisten als Heinrich Schütz, Jean-Baptiste Lully en Johann Sebastian Bach, die zich lieten inspireren door zijn muzikale prestaties. Monteverdi's muziek wordt nog steeds bewonderd en uitgevoerd, waardoor zijn nalatenschap als brug tussen de renaissance- en barokperiode en als spilfiguur in de geschiedenis van de westerse muziek wordt bevestigd.