De primaire eigenschap van de romaanse architectuur , en hoe het zijn naam kreeg , was het veelvuldig gebruik van vat en lies gewelven , twee oude Romeinse innovaties . Een tongewelf is een gewelfd plafond , dat is in wezen een lange boog . Met de ontwikkeling van beton , oude Romeinen in staat waren om deze architecturale techniek pionieren , en de romaanse bouwers nieuw leven ingeblazen in de 10e tot de 12e eeuw . Lies kluizen zijn gemaakt door twee elkaar kruisende tongewelven in een rechte hoek , die een vierkant - vormige gewelfde plafond .
Bouwmaterialen
De bouwmaterialen zijn een verschil tussen de Romaanse en oude Romeinse architectuur . Overwegende dat de meeste oude Romeinse gebouwen waren gemaakt van nieuw ontwikkelde beton , het basismateriaal gebruikt in de romaanse architectuur was stenen . In Italië, waar de architectuur de neiging meer divers in stijl te zijn , sommige kerken gebouwd in de Romaanse periode had houten daken .
Stone reliëf Vakantiewoning in stenen reliëf sculptuur , cijfers lijken te komen uit een vlakke ondergrond .
een andere eigenschap indicatie van de romaanse architectuur was stenen reliëf , met name op de muren van kerken gebouwd in Frankrijk en Noord-Spanje . Relief is een vorm van sculptuur , waar de cijfers lijken te stijgen ontstaan uit een vlakke ondergrond . Na een val uit de gratie in de vroege Middeleeuwen , stenen reliëf sculptuur werd weer populair in de Romaanse periode . Afbeeldingen van bijbelse figuren , in het bijzonder Jezus Christus , versierd zowel het interieur en exterieur van de kerken in deze periode .
Ronde bogen
De halfronde boog was een kenmerk indicatief Romaanse architectuur . In beide deuren en ramen , bogen bijna altijd rond en ronde aan de top verscheen in plaats van de meer decoratieve - puntige overgoten boog gezien in islamitische of Oost- architectuur. Deze eigenschap was het gebruikelijk om bijna alle Romaanse architectuur in Europa , hetzij in Frankrijk , Italië of Engeland .