Arts >> Kunst en amusement >  >> Art >> moderne kunst

Welk soort composities werden in de barokperiode gecomponeerd?

De barokke periode van de muziekgeschiedenis, die ruwweg de 17e en het begin van de 18e eeuw besloeg, kende een opmerkelijke toename van muzikale vormen, stijlen en genres. Hier zijn enkele van de karakteristieke composities die in deze periode zijn gecomponeerd:

1. Opera: Opera, een prominent muzikaal genre dat drama en muziek combineert, werd verfijnd en gepopulariseerd in het baroktijdperk. Barokke opera's hadden doorgaans uitgebreide vocale versieringen en gebruikten een verscheidenheid aan muziekstijlen, zoals recitatief, aria en koor. Bekende barokopera's zijn onder meer Monteverdi's "Orfeo", Händels "Giulio Cesare" en Purcells "Dido and Aeneas".

2. Oratorium: Oratoria, grootschalige koorwerken gebaseerd op religieuze of bijbelse teksten, waren wijdverspreid tijdens de barokperiode. In tegenstelling tot opera's ontbeerden oratoria theatrale elementen en vertrouwden ze uitsluitend op muzikale expressie om hun verhalen over te brengen. Bekende voorbeelden zijn onder meer Bachs Matthäus Passion en Händels Messiah.

3. Cantate: Cantates, vergelijkbaar met oratoria, waren vocale composities die recitatieven, aria's en refreinen combineerden, maar korter van lengte waren. Ze behandelden verschillende thema's, waaronder heilige en wereldlijke onderwerpen. Cantates waren populair in de Lutherse kerk, waarbij Bach een aanzienlijke hoeveelheid werken bijdroeg.

4. Suite: Suites waren instrumentale composities bestaande uit een reeks contrasterende dansbewegingen. Baroksuites beginnen vaak met een allemande en gaan verder met dansen als courantes, sarabandes en gigues. Bewegingen werden gerangschikt op tempo, ritme en metrum, waardoor een evenwichtige en gevarieerde compositie ontstond.

5. Concert: In het baroktijdperk vond de ontwikkeling en popularisering van de concertovorm plaats. Concertos toonden een solist of een kleine groep solisten (concertino) die contrasteerden met een groter ensemble (ripieno). Instrumentale concerten, met name het vioolconcert, bloeiden in deze tijd, samen met het concerto grosso.

6. Sonate: De sonate, ontstaan ​​als een instrumentaal werk met meerdere bewegingen, werd tijdens de barokperiode op grote schaal gecultiveerd. Sonates werden doorgaans geschreven voor één instrument met continuo (een ondersteunend basinstrument en akkoordbegeleiding). De klaviersonate, met klavecimbel of orgel, bereikte zijn hoogtepunt in werken van figuren als Scarlatti en Händel.

7. Fugaal: De fuga, een contrapuntische vorm gebaseerd op de imitatie en ontwikkeling van een onderwerpmelodie, was een prominente compositietechniek in de barok. Bachs 'Wohltemperierte Klavier', een reeks preludes en fuga's in alle majeur- en mineurtoonsoorten, belichaamt de complexiteit en het kunstenaarschap van barokke fuga's.

8. Toccata: Toccata's, virtuoze klavierstukken gekenmerkt door snelle passages, bloeiden op in de barokperiode. Ze waren vaak improviserend van aard en vertoonden gedurfde en levendige vertoon van technische bekwaamheid.

9. Passie: Passie-settings waren muzikale verhalen over het lijden, de kruisiging en de dood van Jezus Christus, meestal gebaseerd op de evangelieverslagen. Deze werken combineerden tekstdeclamaties, refreinen en instrumentale intermezzo's, waardoor de dramatische en emotionele aspecten van het verhaal werden vastgelegd.

10. Stilistische variaties: Barokcomponisten blonken ook uit in stilistisch diverse vormen, zoals de chaconne-, passacaglia- en ostinatovariaties. Deze compositorische apparaten maakten gebruik van repetitieve harmonische patronen of melodische thema's, waardoor componisten de melodische en emotionele diepgang konden verkennen.

Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de diverse composities die ontstonden of bloeiden tijdens de barokperiode, en onderstreepten de muzikale creativiteit, innovatie en technische beheersing van componisten uit die tijd.

moderne kunst

Verwante categorieën