* Clowning: Een soort fysiek theater dat humor, slapstick en overdrijving gebruikt om komische situaties te creëren.
* Bouffon: Een soort fysiek theater dat satire, parodie en groteske humor gebruikt om commentaar te geven op sociale en politieke kwesties.
* Improvisatie: De spontane creatie van beweging, dialoog en scènes zonder script.
* Contactimprovisatie: Een vorm van improvisatie die de nadruk legt op fysiek contact tussen artiesten.
* Zichtpunten: Een reeks principes voor het begrijpen en creëren van beweging die de relatie tussen het lichaam en de ruimte eromheen benadrukt.
* Laban-bewegingsanalyse: Een systeem voor het analyseren en beschrijven van menselijke bewegingen.
* Feldenkrais-methode: Een systeem van bewegingseducatie dat de nadruk legt op bewustzijn en efficiëntie van beweging.
* Alexandertechniek: Een methode van lichaamswerk die de nadruk legt op houdingsaanpassing en ontspanning.
* Yoga: Een systeem van fysieke houdingen, ademhalingsoefeningen en meditatie dat de nadruk legt op flexibiliteit, kracht en balans.