Elastische vervorming :Aanvankelijk vertoont de rubberen pantoffel elastisch gedrag. Wanneer het wordt gebogen, strekt het materiaal zich uit op het buitenoppervlak van de bocht en wordt het op het binnenoppervlak samengedrukt. De slipper is bestand tegen buigen dankzij de elasticiteit van de rubbercompound.
Plastische vervorming :Als de buigkracht een bepaalde drempel overschrijdt, kan de rubberen slipper plastische vervorming ondergaan. Dit betekent dat het materiaal permanente veranderingen in vorm en structuur ondergaat. De pantoffel kan nog enige mate van buiging behouden nadat de kracht is opgeheven, en het kan zijn dat deze niet volledig terugkeert naar zijn oorspronkelijke vorm.
Barsten en scheuren :Overmatig buigen kan leiden tot scheuren of scheuren in de rubberen pantoffel. Dit gebeurt wanneer het materiaal buiten zijn grenzen wordt uitgerekt of wordt onderworpen aan herhaalde buigcycli. Scheuren ontstaan doorgaans op punten met een hoge spanningsconcentratie, zoals scherpe randen of hoeken.
Vormgeheugen :Sommige rubberen materialen hebben een vormgeheugen, waardoor ze na buiging of vervorming naar hun oorspronkelijke vorm kunnen terugkeren. Deze eigenschap is te danken aan de moleculaire structuur van het rubber en de manier waarop het reageert op temperatuur en mechanische belasting.
Materiaaleigenschappen :De fysieke en mechanische eigenschappen van het rubbermengsel dat in de pantoffel wordt gebruikt, spelen een belangrijke rol bij de reactie op buiging. Factoren zoals elasticiteit, treksterkte, scheursterkte en temperatuurbestendigheid beïnvloeden het vermogen van de pantoffel om buiging te weerstaan zonder blijvende schade.