De belangrijkste kenmerken van Rodins avant-gardestijl zijn:
1. Naturalisme en realisme :Rodin legde de nadruk op het realistisch vastleggen van de menselijke vorm en emoties, vaak met behulp van modellen die hij nauwlettend observeerde. Zijn werken bevatten gedetailleerde anatomische representaties, vloeiende poses en expressieve gebaren.
2. Fragmentatie :Rodins sculpturen bestaan vaak uit gefragmenteerde lichaamsdelen of onvolledige figuren. Hij geloofde dat deze benadering de essentie van beweging, energie en emotie effectiever weergaf dan complete vormen.
3. Ruwe textuur :Rodins sculpturen hebben vaak ruwe en onafgewerkte oppervlakken, die lijken op onafgewerkte kleimodellen. Deze techniek was bedoeld om een gevoel van directheid en spontaniteit in zijn werken over te brengen.
4. Monumentale schaal :Rodin maakte ook monumentale sculpturen, waarvan sommige meer dan 3 meter hoog waren. Deze grootse werken brachten vaak een gevoel van drama, kracht en symboliek over.
5. Allegorische thema's :Rodins sculpturen onderzoeken vaak universele menselijke ervaringen en emoties, waarbij thema's als liefde, passie, wanhoop en sterfelijkheid aan de orde komen. Zijn werken zijn diep psychologisch en introspectief.
6. Innovatie op het gebied van materialen :Rodin experimenteerde met een verscheidenheid aan materialen die verder gingen dan traditioneel brons en marmer, waaronder gips, terracotta en zelfs onconventionele gevonden voorwerpen.
Rodins avant-gardistische benadering van beeldhouwkunst had een aanzienlijke invloed op de ontwikkeling van de moderne kunst en beïnvloedde daaropvolgende generaties beeldhouwers. Zijn baanbrekende technieken en artistieke visie verlegden de grenzen van de traditionele beeldhouwkunst en legden de basis voor hedendaagse beeldhouwpraktijken.