Werperplanten hebben gemodificeerde bladeren die buisachtige structuren vormen die 'werpers' worden genoemd. Deze kruiken bevatten spijsverteringsvloeistoffen en trekken insecten aan via hun kleurrijke en geurige buitenoppervlakken. Zodra insecten de kruiken binnendringen, raken ze gevangen door de naar binnen gerichte haren aan de binnenkant van de buis, waardoor ze moeilijk kunnen ontsnappen. De spijsverteringsvloeistoffen breken vervolgens de lichamen van de insecten af, waardoor essentiële voedingsstoffen vrijkomen die de plant gebruikt voor groei en overleving.
Verschillende soorten bekerplanten vertonen variaties in de vormen, maten en kleuren van hun kruiken. Sommige kruiken hebben de vorm van trompetten, terwijl andere op kruiken of vazen lijken. De kleur van de kruiken trekt vaak bestuivers aan, wat het voortplantingssucces van de plant verder vergroot.
Bekerplanten hebben zich opmerkelijk aangepast aan voedselarme omgevingen zoals moerassen, moerassen en zure wetlands. Ze gedijen in omstandigheden waarin andere planten moeite hebben om de noodzakelijke voedingsstoffen uit de bodem te halen. Door hun vleesetende karakter kunnen ze hun voedingsbehoeften aanvullen en naast elkaar bestaan in ruige habitats.
Het is belangrijk op te merken dat hoewel bekerplanten zich voeden met insecten, ze een essentiële rol spelen in het ecosysteem door insectenpopulaties onder controle te houden en unieke microhabitats voor andere kleine organismen te bieden. Ze dragen ook bij aan de biodiversiteit en de stabiliteit van ecosystemen in hun natuurlijke omgeving.