Aanvankelijk getuigt Mary tegen Abigail Williams en de andere meisjes, waarbij ze hen ervan beschuldigt onschuldige mensen valselijk te beschuldigen van hekserij. Later in het stuk herroept Mary echter, onder invloed van Abigail, haar getuigenis en beweert dat ze hen valselijk heeft beschuldigd, terwijl het in feite Abigail was die haar vertelde wat ze moest zeggen. Mary's angst voor Abigail en het verlangen om deel uit te maken van haar machtige groep drijven haar ertoe te liegen en de valse beschuldigingen van Abigail te steunen, wat tot de tragische gevolgen van het stuk leidt.