- Flashbacks: De auteur kan flashbacks in het hedendaagse verhaal invoegen die meer informatie geven over de gebeurtenissen van twintig jaar geleden. Door geleidelijk hints en informatie uit het verleden te laten vallen, blijft de lezer verslaafd terwijl het verhaal zich ontvouwt, waardoor spanning wordt opgebouwd over de uiteindelijke waarheid of oplossing van onopgeloste problemen.
- Voorafschaduwing: De auteur kan gedurende het hele verhaal hints en voorafschaduwingen laten vallen om te suggereren dat er verborgen geheimen of onbekende elementen zijn die nog moeten worden onthuld. Dit creëert een gevoel van anticipatie en zorgt ervoor dat de lezer graag wil ontdekken wat er daarna gaat gebeuren.
- Open vragen: De auteur kan bepaalde vragen of mysteries onbeantwoord laten, waardoor de lezer blijft raden en meer wil weten over de gebeurtenissen uit het verleden en hun impact op het heden.
- Dubbelzinnige tekens: De personages kunnen moreel dubbelzinnig zijn of verborgen motieven hebben, waardoor hun bedoelingen en acties onvoorspelbaar worden. Deze onzekerheid draagt bij aan de spanning terwijl de lezer probeert uit te vinden wie betrouwbaar is en wie niet.
- Onverwachte ontwikkelingen: Het verhaal kan onverwachte wendingen nemen die de verwachtingen van de lezer ondermijnen. Dit kan de lezer op zijn hoede houden en het gevoel van spanning vergroten terwijl hij probeert te voorspellen wat er daarna zal gebeuren.